Laatst bijgewerkt 14 september 2010
Geplaatst in 2006 en eerder:
Mr. Philpot* was in zijn koolhuis te Windsor, een verdrietige en duistere plaats. Iemand zeide daarover: "Ik heb liever met Philpot in het koolhuis te zijn, dan met Bonner in zijn paleis". Aangezien dat het ene zo verdrietig en het ander zo schoon was, vroeg men: "Waarom"? Hij antwoordde: "Omdat Bonners consciëntie zijn paleis tot een koolhuis maakt; maar Philpots God en Philpots Christus maakt zijn koolhuis tot een paleis".

* Aangezien C. Love in 1651 onthalst is, zal dit logischer wijze niet over de onder ons bekende Joseph Charles Philpot gaan, want die is pas in 1802 geboren. (Overgenomen uit 'Al de theologische werken' van C. Love)


Pierre du Moulin (1568 - 1658) zegt n.a.v. zijn verlossing door het lijden van Christus, door Wiens striemen wij genezen zijn: "Wonderlijke zaak! Dergelijke is er nooit gehoord noch gezien onder mensen; dat de Medicijnmeester de geneesdrank neemt voor een zieke en dat de zieke genezen wordt; en dat de Medicijnmeester de ziekte overneemt, want Hij heeft onze krankheden op Zich genomen.

(Overgenomen uit Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, 26e jaargang, nr. 2, maart 2003)


Thomas Boston zegt: Satan heeft twee glazen om de mensen hun zonden te laten zien: 1: Een verkleinglas, welke hij voor de ogen houdt van geruste zondaars, waarin de zonden klein blijken te zijn. 2: Een vergrootglas, welke hij voor de ogen houdt van een overtuigde.

(Overgenomen uit Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, 26e jaargang, nr. 2, maart 2003)


Christoffel Love: Het is beter te hebben armoede met een zegen, dan overvloed met een vloek.


Anselmus: Tegenspoed beproeft alleen de lijdzaamheid, maar voorspoed beproeft al de deugden.


Kwaad te vergelden voor goed is duivels; goed met goed te vergelden is menselijk; maar goed te vergelden voor kwaad is goddelijk.

Thomas Boston in een preek over Prediker 8:11.


Bernardus: Gelijk al wat wij U geven, o Heere! U niet kan vergenoegen, tenzij dat wij ons zelven U geven, alzoo al wat Gij ons geeft, o Heere! kan ons niet vergenoegen, tenzij Gij U zelven ons geeft.


Hieronymus Cardanus: Ofschoon er geen groter verlies is dan die van de tijd, wordt er echter toch geen verlies minder gedacht.


Luther had zich in de strijd tegen satan met het geloof gewapend en sprak hem als volgt aan (en daarin leek hij meer op een overwinnaar dan op een strijder!): 'O satan, uw bedreigingen en verschrikkingen 'doen' mij niets. Want er is er Één, Die Jezus Christus genoemd wordt, in Wie ik geloof. Deze heeft de zonde veroordeeld, de dood en de hel vernietigd, en is - o, satan - uw Satan (=Bestrijder)'.

Uit: 'Satans vuistslagen' van Simon Oomius.


Augustinus: Indien het lijden van Christus maar herdacht werd, is er niets zo hard, of het kan geduldig gedragen worden.


Robert Bolton: Als een mens de beledigingen zou ontvangen die God in één uur ontvangt, hij zou in het volgende uur de wereld in brand willen zetten.


Chrysosthomus: Hoort God in Zijn geboden, dan zal Hij u horen in uw gebeden.


Teunis van Oort: (in een waarschuwing tegen 'godsdienstige' mensen voor het met minachting spreken over Gods volk dat in zonde gevallen is): Gods volk op zijn slechtst, staat er toch nog beter voor dan een godsdienstig mens op z'n best.


Dionysius Spranckhuysen: (in 'Lof en plicht van het huwelijk'): Wat zou de mens buiten de echtelijke staat anders wezen dan een verlaten, eenzame en treurige tortelduif in de woestijn, troosteloos kirrend op een dorre boom?


Dionysius Spranckhuysen: Te denken aan sterven, doet zonden derven en zonden derven, de hemel erven.


Dionysius Spranckhuysen: Leef zo naar de wet, alsof er geen Evangelie was om uw fouten te verschonen, en ik verzeker u, dat u zult sterven naar het Evangelie, alsof er geen wet was om u te verdoemen.


Thomas Boston: Iedereen weet wel wat het aangenaamste voor hem is, maar God alleen weet wat het nuttigste is. ( . . .)
Ach, zou Hij, die ons gemaakt en geformeerd heeft zonder ons advies, ook ons levenslot niet mogen bepalen zonder te vragen wat wij er van denken?


Johannes Rudolphus Burcardus: Op de voorzijde van zijns overlijdenspenning stond o.a. het volgende:
Toen ik geboren werd, zei men van mij dat ik leefde, maar ik stierf.
Nu ik de geest geef, zegt men van mij dat ik sterf, maar ik leef!


Isaäc Ambrosius: Hoe minder van den Sabbat in de week, hoe meer van de week in den Sabbat.



Geplaatst in februari 2008:
Wilhelmus à Brakel: De goeden haten te zondigen uit liefde tot de deugd, maar de kwaden uit vrees voor de straf.
(Volgens Brakel uit een van ouds bekend lied: Oderunt peccare, etc.)


Thomas Watson: Volgens de natuurkundigen is het zo, dat wanneer de basilisk (= soort slang) een mens het eerst ziet, hij die mens doodt; maar als hij het eerst door de mens gezien wordt, dan doet hij geen schade. De basilikus, de dood, is gevaarlijk als ze ons eerder ziet, dan wij haar zien; maar als wij ze het eerst zien door een heilige overdenking ván en voorbereiding óp de dood, dan doet ze ons geen kwaad. Studeer dan op de dood, en wandel dikwijls tussen de tomben en grafstenen. De gedachten die ons goed zullen doen, moeten aan de dood besteed worden.
(...)
Sterft dagelijks, opdat ge niet eeuwig sterft.
(...)
Door het aanschouwen van de dood gaan wij ons van een verkeerd leven bekeren, en zo ontwapenen wij de dood, voordat ze komt, en snijden wij de lokken af waarin haar kracht ligt.


Thomas Watson: Hier sterven onze lichamen gedurig. Seneca zegt: 'Dagelijks wordt een zeker deel van ons leven weggenomen; terwijl het leven toeneemt, neemt het af.' Wij hoeven niet te vragen wanneer wij sterven zullen. Beter kunnen we vragen, wanneer wij een eind zullen maken aan ons sterven.
Eerst sterft de kindsheid, dan de jeugd, daarna de ouderdom, en dan maken we een eind aan ons sterven. Het feit dat de zandloper leeg is, is niet alleen aan het laatste zandkorreltje toe te schrijven, maar evenzeer aan al het zand dat er al eerder doorgelopen is.


G. Wisse: 'O Heere, als de gelegenheid tot zondigen er is, ontneem mij dan de genegenheid, en indien de genegenheid zich laat gelden, onthoud mij dan de gelegenheid'.


Matthew Henry: (Over gebedsverhoring) Ge moogt niet verwachten, dat Hij gunstig het oor zou neigen naar wat gij tot Hém zegt, als gij doof zijt voor wat Hij tot ú zegt.


Matthew Henry: (Over berusten in Gods wil) Zeg niet: 'Dit is een kwaad dat ik moet dragen, omdat ik er niets tegen kan doen', maar zeg: 'Dit is een kwaad dat ik zal dragen, omdat het de wil van God is'.



Geplaatst in maart 2008:
Maarten Luther: Als Luther in het bos wandelde, nam hij wel eens zijn hoed af voor de vogels en zei dan: "Goede morgen theologen. Jullie worden wakker en je zingt, maar ik, oude dwaas, ben minder wijs dan jullie en tob overal over, in plaats van eenvoudig te vertrouwen op de zorg van de hemelse Vader".


Clarissa (een heilige): Het waren niet de spijkers die Jezus aan het kruis vastgenageld hielden, maar Zijn liefde voor ons.



Geplaatst in april 2008:
Thomas Watson: Christus is het magazijn van een christen, het geloof is de sleutel om het te openen.



Geplaatst in september 2010:
Salviani: (over ons vooroordeel als wij iets horen of lezen) Al hetgeen gezegd is wordt geacht naar het aanzien desgenen die het gezegd heeft. En die het lezen, overleggen niet zozeer wát zij lezen, als wel van wíe het is wat zij lezen. Ook letten zij niet op de kracht van het woord, als wel op de waardigheid desgenen die het voorschrijft.
(Uit de oude druk in een wat begrijpelijkere zin overgezet)


Petrus Wittewrongel: Bij diegenen waar de verzekering en speciale kennis van de staat der genade in de ziel is, daar zult gij een recht afschrift kunnen vinden van hetgeen God in Zijn Woord geopenbaard heeft. Zodat de Heilige Schriftuur is het origineel, en het hart als de kopie daarvan.